audicien

Het aanpassen van een hoortoestel is maar voor een deel het volgen van aanpasregels over hoeveel versterking iemand nodig heeft bij een bepaald gehoorverlies. In moderne hoortoestellen zitten wel zo’n 100 regelaars waaraan gedraaid kan worden. Voor een groot deel is het optimaal instellen van al die regelaars een kwestie van ervaring en inzicht van de audicien. En dan blijft er nog een deel over dat alleen gedaan kan worden op basis van de terugmelding van de gebruiker. Bij de audicien  worden metingen gedaan en instellingen bepaald in stille ruimtes met medewerkers die rustig en duidelijk praten. Maar in de echte wereld zijn de omstandigheden heel anders. Hoe een instelling van hoortoestellen in de praktijk uitvalt kan een ervaren audicien wel redelijk voorspellen, maar nooit helemaal. Hoe duidelijk u kunt aangeven aan de audicien wat u wel en niet bevalt bepaalt voor een groot deel het resultaat dat u uiteindelijk behaalt met de toestellen.

Een aanpassing bij tinnitusklachten is vaak een stuk ingewikkelder. Dat komt omdat er niet alleen gekeken moet worden naar het verbeteren van het verstaan, maar ook naar het terugdraaien van de interne versterker en het aanpassen van de achtergrond-grens. Daar komt nog bij dat er door overgevoeligheid vaak een voorzichtige opbouw nodig is die uit meerdere stappen bestaat. En dan is er nog het eventueel gebruiken van ruisgeneratoren, wat ook vaak een kwestie is van uitproberen. Dit alles zorgt ervoor dat een hoortoestel-aanpassing bij tinnitus meer tijd en kennis vraagt van een audicien. Het TENT werkt al jaren aan het opbouwen en in stand houden van een netwerk van audiciens in de regio die opgeleid zijn voor tinnitus-aanpassingen.